
Wilgen zijn overal te vinden langs de Maas. Ze groeien als wilde planten aan de oevers en als knotboom rondom akkers in de buurt. In De Weerd vind je er verschillende terug. Langs de Maas eten grote grazers van de wilgen. Zo blijven de planten klein en nemen ze de oevers niet over. Dankzij de grazers krijgen andere planten en kruiden meer kans om te ontkiemen. Het doet denken aan bonsaibomen. In de tentoonstelling van Carl Cheng kan je dit ook zien met cactussen.
Het vlechtwerk van De Weerd is in samenwerking met openluchtmuseum Eynderhoof (Nederweert-Eind) gemaakt. Sommige van hun ambachtslieden zijn al meer dan 40 jaar als vlechter actief. Zij maakten het vlechtwerk met oude technieken. Het verwijst naar de oude oeverbeschermingen van wilgentakken langs rivieren. Het vlechtwerk beschermde de oevers tegen erosie en hield de rivier in bedwang. Het gaf nog voldoende ruimte aan planten en dieren op de natuurlijke oevers, anders dan de betonnen kadewaden van nu.